
Het was erg druk in de HEMA die ochtend. Ze hadden de T-shirts op een andere plek liggen, ik tikte een vrouw die voor me stond zacht op haar schouder. ‘Weet U misschien waar ze de T-shirts heb…ehhhh…Linda?’ De vrouw voor me had haar zonnebril afgezet en op dat moment herkende ik haar. ‘Herman? Dat is lang geleden.’ Ik omhelsde haar en bekeek haar nog eens goed. Het was inderdaad een tijd geleden dat we elkaar hadden gezien. ‘Ga je mee wat drinken?’ Voor ze antwoord gaf nam ik haar hand en nam haar mee naar de lunchroom en toen we even later aan de enigste lege tafeltje zaten, zag ik dat ze er slecht uit zag. ‘Vertel eens hoe is het met je, werk je nog steeds bij ‘Janssen’
Wat een leuke tijd was dat hè’ Even zag ik een flikkering in haar ogen, haar gezicht fleurde even op. ‘Ja dat was het wel, maar ik ben afgelopen winter ontslagen, je weet wel inkrimpen en zo.’ Haar ogen stonden weer dof en ik zag een traan opwellen. Na een diepe zucht begon ze te vertellen, ik zat geoeid te luisteren naar haar verhaal over een overspelige echtgenoot, scheiding en haar ontslag. Ze woonde tijdelijk in een caravan op de camping hier vlakbij. Toen ze na een minuut of tien zweeg, had ze tranen in haar ogen en zat als een klein zielig vogeltje in elkaar gedoken op haar stoel. Het koste me moeite om de juiste woorden te vinden. Ik had altijd al een zwak voor haar gehad. Ze had gewerkt op de administratie en ik in de buitendienst. Ze was degene met wie ik altijd het meeste contact had en zodoende spraken we elkaar in die tijd zeker een keer of drie per dag. Soms zag ik haar en ik moet eerlijk toegeven ik was best verliefd op haar geweest, maar omdat ze getrouwd was heb ik daar nooit iets mee gedaan.